Willem Pijperstraat Haarlem-oost, zomer 1957. We voetbalden op het nieuwe ingezaaide grasveld wat eigenlijk verboden was. De gemeente had een paaltje met een bord de tekst VRIJ GRASGAZON BALSPEL VERBODEN geplaatst die maar enkele dagen heeft geleefd.
Wij, de “belhamels” van de componistenbuurt hadden dat bord in het water van de Richard Holkade gelazerd. Een klein stompje paal kwam er nog boven het gras uit waarop we een oude lekke bal over hadden geplaatst en we speelden weer voetbal met overgave. In een flat aan Henriette Bosmanstraat woonde een man die door zijn zwartgeverfde haardracht in een vette kuif en zijn brede ceintuur door ons Elvis werd genoemd. Hij keek vaak vanaf zijn balkon naar onze voetbalprestaties Hij klapte en joelde bij elk doelpunt, hij was onze bondgenoot in de burgerlijke ongehoorzaamheid. Die mooie zomeravond liep hij langs ons veldje op weg naar kapper Teunissen om sigaretten te kopen uit de automaat. Hij liep vlakbij de oude bal. Wij riepen; “Hee Elvis schiet bal even terug!” Elvis rende tot onze grote schrik op die verankerde bal af en schopte met alle kracht tegen die bal! Dit hadden we echt niet verwacht! hij viel met een koprol voorover en schreeuwde het uit van de pijn, onderwijl rolden zijn “zilveren” guldens vanaf het gras over het wegdek van de Willem Pijperstraat. Van schrik renden we weg maar dat was niet nodig want hij kwam ons niet achterna. Onze Elvis had zijn middenvoetsbeentjes gebroken en liep wekenlang daarna in het gips en belde als eerste de politie als we weer voetbalden. Wij waren voor altijd een bondgenoot kwijt, wat oneindig dom!