Het was omstreeks het jaar 1958 toen Flip de Heij thuis kwam van zijn dagelijks werk, het bestond uit zand rijden. Flip was “eigen” rijder zoals ze dat noemde. Hij was in het bezit van een oude G.M.C vrachtwagen en daar vervoerde hij het zand mee.
Het was bekend in de straat dat Flip een borrel lustte en begon daar al vroeg op de dag mee. Het was vrijdag avond toen Flip thuis kwam en had al de nodige borrels achterover geslagen, de vrachtwagen lag nog vol zand, toen Flip het gevaarte van uit de Merovingenstraat achter uit de Diederikstraat in wilde rijden was hij vergeten dat er op de hoek nog een lantaarnpaal stond, met een grote klap reed hij de lantaarnpaal uit de grond. Flip stapte uit en knipperde een paar keer met zijn ogen ( dat was zo zijn trekje als hij teveel drank op had) hij liep toen rustig naar zijn woning aan de overkant en liet de zandwagen staan op de hoek van de straat.
Een maal binnen nam Flip nog een stevige borrel, en inmiddels hadden de buren de politie al gebeld. Toen de politie was gearriveerd en de situatie hadden bekeken belde ze aan bij de woning van Flip, deze deed open en de drank walm kwam de agenten tegemoet. De agenten vroegen aan Flip of hij gedronken had en hij bekende één borrel van de schrik te hebben genomen waarop de agenten hem op zijn woord geloofden en na de schade te hebben opgenomen weer vertrokken. De zandwagen heeft daar een paar uur gestaan toen Flip zijn roes had uitgeslapen heeft hij de zandwagen bij hem voor de deur gezet.
Beste, mag ik de tekst over de zandrijder in de merovingenstraat gebruiken voor een fotoboek over haarlem.