De verzuiling kwam ook tot uiting in het verenigingsleven. Zo hadden beide delen een eigen speeltuinvereniging en een eigen voetbalclub.
Bewoners van het gebied ten zuiden van de Slachthuisstraat richtten in 1925 de neutrale speeltuinvereniging Oosterkwartier op, de eerste speeltuin van Haarlem. In
het noordelijk deel van de Slachthuisbuurt zag in 1930 de Roomskatholieke
speeltuinvereniging Kindervreugd het licht. Dit deel van de Slachthuisbuurt
vormt de bakermat van de katholieke voetbalvereniging TYBB. Het neutrale
DCO heeft z’n roots in het zuidelijk deel. Opvallend is overigens dat het oude deel van de Slachthuisbuurt eenheid uitstraalt terwijl zeker zeven verschillende woningbouwverenigingen aan het werk zijn geweest. In en rond de Friezenstraat en Saracenenstraat bevindt zich als vreemde eend in de bijt het enige blokje koopwoningen. Een particulier bouwde ze destijds. Uiterlijk verschillen deze woningen overigens nauwelijks van de omliggende bebouwing. Componistenbuurt
Zo rond 1930 stagneerde de woningbouw door de economische crisis. Toch
ontstond in de jaren ’30 weer behoefte aan goedkope woningen. Geld was er
echter niet, en de spirit om iets moois neer te zetten evenmin. Uitbreidingen
waren daarom goedkoop en rationeel. Woningbouwverenigingen kregen enkel overheidssteun voor de bouw van een minimumtype arbeiderswoning.