De Kions kennen geen hoogtevrees.

Nee, hoogtevrees kennen de Kions niet. Bob niet, zijn vrouw Irmgard Kion-Kora niet, hun zestienjarige dochter Karin niet en evenmin Frits Frommel, Irmgards neef. Dit kwartet, dat in de circuswereld bekend staat als het “Draadkunstenaarschap Kion” , heeft op het slappe koord ( in feite een strak gespannen kabel), al heel wat lauweren geoogst.

 

kionEn niet alleen in ons land, want Bob Kion, wiens wieg in Vijfhuizen stond, is een rasechte Nederlander, maar eveneens ver over onze grenzen in vrijwel geheel Europa en in Afrika.  “Het is natuurlijk ook een kwestie van aanleg”, zegt  Bob, sprekend over zijn beroep, “maar bovenal van durven en training. Ja, vooral van training, zoals dat met al dit soort dingen het geval is”.

De liefde voor zijn vak heeft hij eigenlijk bij zijn geboorte meegekregen, want reeds als jongen legde hij een opmerkelijke belangstelling aan de dag voor de bonte wereld van het circus. Zodra had niet Hagenbeck of Sarassani of Strassburger zijn tenten opgeslagen in Haarlem, waarheen zijn ouders in die jaren verhuisd waren, of Bob vergat spel en vrienden en zwierf op of rond het circusterrein. En hij was niet gelukkiger dan wanneer hij een handje mocht helpen.  Zo werd het eerste contact gelegd , dat hem, toen hij boodschappen voor de artiesten mocht doen, binnenbracht bij de trainingen en repetities. Bob gaf er zijn ogen goed de kost en al het circus uit de Spaarnestad vertrokken was, kon je hem in de straten voor zijn vriendjes eenmansvoorstellingen zien geven, van de kunsten en toeren, die hij tussen de wagens en in de piste had afgekeken. Tot zover kon  vader Kion nog wel vrede hebben met Bob’s belangstelling  voor het circus. Maar toon zoonlief eens anderhalve dag niet boven water kwam, werd dat anders. De politie werd ingeschakeld en men vond hem….slapend onder het tentzeil van Sarassani. Dit zou men het begin van zijn circusloopbaan kunnen noemen, hoewel hij toen nog niet het flauwste vermoeden had dat hij eens bij dezelfde groep een van de voornaamste medewerkers zou zijn.  Bij pa (die nu vol trots een dik plakboek bijhoudt met knipsels over de successen van zijn zoon),   was de boot aan. Er vielen harde woorden. En toen Bob, op de leeftijd gekomen, dat hij een vak moest kiezen, volhield , dat hij naar een circus wilde en niets anders, verschenen er weer bedenkelijke rimpels op vaders voorhoofd. Maar uiteindelijk gaf deze zijn toestemming. Hij zal er wel van terugkomen, dacht hij. Dat harde circusleven bevalt hem vast niet.

Succes en arrestatie

Inderdaad, het wás een harde tijd. Circusartiest wordt je niet in twee, drie weken en een goed draadkunstenaar worden, vraagt ongelofelijk veel doorzettingsvermogen. Er waren ogenblikken waarop het Bob heel wat inspanning kostte om vol te houden. Maar opgeven, dat nooit!  Eindelijk verscheen de naam Kion op de programmabladen. Eerst heel bescheiden in een klein lettertje.  Later groter,  als aankondiging van een extra-attractie.  Circus Renz engageerde hem en later Hagenbeck en Sarassani.  Tijdens een van zijn trainingen ontmoette hij een collega-artieste. Irmgard Kora heette ze en ze was afkomstig van uit een Zweeds circusgeslacht, dat voornamelijk met paardendressuur werkte.  De jongelui, die zich beiden door de draadkunst voelden aangetrokken, werkten enige tijd samen. Die samenwerking bleef echter niet beperkt tot  het terrein van hun kunst. De liefde kwam en spoedig namen ze twee belangrijke besluiten: ten eerste om samen het huwelijksbootje te bemannen en ten tweede om te blijven werken. Hun ster rees snel, tot de tweede wereldoorlog kwam en een einde aan hun werk maakte. Bob had namelijk een gruwelijke hekel aan de bezetters , die hij flink de voet dwars zette. Tot 1943, toen hij door de Duitsers wegens zijn ondergrondse activiteiten werd gearresteerd en naar een concentratiekamp in Duitsland verhuisde. Nu hadden de Duitsers met veel dingen rekening gehouden,  maar niet met een speciaal kamp voor acrobaten. En deze hiaat in hun “grundlichkeit” werd Bobs geluk.  Hij, die het vrije leven gewend was, speurde  de eerste dag reeds naar een mogelijkheid om te ontsnappen en daar draadversperringen voor een draadkunstenaar nu eenmaal geen onoverkomelijke hindernis vormen, slingerde hij zich op het prikkeldraad. Het zweet gutste van zijn gezicht. Zijn anders zo vaste voeten, trilden, wat zelfs bij een voorstelling voor 50.000 toeschouwers nog nooit was gebeurd. Want nu ging het niet om zijn beroepseer, zijn leven was de inzet.  Toen de laatste versperring was genomen, sloop hij behoedzaam langs de donkere straten en verborg zich in de portieken, als er onraad naderde. Maar wat was dat? Met een schok stond hij stil. Zijn ogen probeerden de dikke duisternis te doorboren.. Ja, hij zag het goed; daar, vlak voor hem op het verduisterde plein, ontwaarde hij de omtrekken van circustenten. Hij vergat alle voorzichtigheid . Met een paar grote sprongen was hij de straat uit en het plein over .  Hij holde tussen de tenten door. Middenin het vijandelijke land was hij in een keer “thuis”. Op twee manieren heeft dit circus Bob Kions leven gered. Want niet alleen slaagde hij erin tot het einde van de oorlog onder te duiken, maar ook ontkwam hij aan geallieerd bombardement. Terwijl de vliegtuigen over de stad, dood en verderf zaaiden, zocht hij tevergeefs in de stallen naar een schuilplaats. Daar kwam met gierend geluid een bom omlaag. Bob dook neer achter het logge lichaam van een nijlpaard, dat de scherven voor hem opving….

 

Eindelijk kam de bevrijding. Irmgard, die in haar geboorteland vertoefde, reisde naar Duitsland om haar man op te zoeken. Zij vond hem in het door Russen bezette gebied. Het gelukte haar een verblijfsvergunning voor haar en haar verzwakte man te bemachtigen, door gebruik te maken van het feit dat Russen grote circusliefhebbers zijn. “Ik ben circusartieste”, zei ze tot de officier. . De soldaten keken lachend naar het tengere figuurtje dat voor hen stond. Dat wilden ze dan wel een zien. Irmgards succesnummer was destijds de “dodenloop”. Zij liep daarbij over een draad, die vanaf de grond naar een hoog punt, bijvoorbeeld een kerktoren, was gespannen. Ze liet de Russen de draad aanbrengen en vertoonde  haar toer.  Het honorarium bestond uit overvloedig voedsel dat de enthousiaste bezettingssoldaten haar toestopten. Doch korte tijd daarna werd de voedselpositie weer bedenkelijk. Opnieuw werd de acrobatiek te hulp geroepen, maar in het hele Russische arsenaal was geen kabel te vinden, die lang genoeg was, daarom laste men er twee aan elkaar. Irmgard begon. Eerst de enkele meters vlak boven de grond. Dan hoger en hoger …vijf meter…tien meter….vijftien meter.  En toen ze zeventien meter hoog was , gebeurde het. De las  schoot los. Ze gaf een gil. Terwijl ze omlaag stortte dacht ze aan Bob. Pas waren  ze herenigd. Zou dit het einde zijn??  Toen werd alles donker om haar heen… Het ergste gebeurde niet. Wel werd zij maandenlang in een ziekenhuis verpleegd. Op een goede dag was Bob aan het trainen, toen hij “iets” achter zich op het draad voelde. Hij keek om en zag zijn vrouw. Ze glimlachte hem toe en zei, ”Proberen of het nog gaat…”. Het ging nog, en hoe!  Het was het begin van een succestournee door een groot deel van de wereld: de Scandinavische landen, Engeland, Frankrijk, Italië, bijna driehonderd plaatsen in Afrika, Egypte, waar middenin de nacht het park werd ontruimd en zij opdracht kregen om voor een “uitgelezen gezelschap” een voorstelling te geven bij het licht van schijnwerpers. Het gezelschap bestond uit …ex-koning Faroek en veertien getrouwen.

Première in Vijfhuizen

Intussen was het gezelschap uitgebreid met Frits, Irmgards neef. Ook Karin, de dochter van Bob en Irmgard toonde aanleg voor het artiestenwerk. In het buitenland trad ze reeds eerder op. In ons land was dit niet toegestaan in verband met haar leeftijd. Karins Nederlandse première vond plaats in….Vijfhuizen, een dorpje in de Haarlemmermeerpolder, dat duizend inwoners telt. Hiermede had Bob een bijzondere bedoeling. Vijfhuizen is,  als gezegd de plaats, waar hij is geboren en zijn eerste drie levensjaren doorbracht.  In dit dorpje keerde hij terug om er een rustplaats na zijn drukke tournees te vinden. Daarom kregen de Vijfhuizenaars dezelfde show te zien, die de Kions in Engeland voor prinses Margaret opvoerden. Ter kennismaking met de dorpelingen en…tot steun aan het fonds ter bestrijding van de kinderverlamming. Dit werk ligt Bob na aan het hart, omdat hij in Zuid-Afrika zelf door deze ziekte werd getroffen. Zo leven de Kions hun zwervend artiestenbestaan. De ene dag een voorstelling in het buitenland voor zestigduizend toeschouwers, enkele dagen later, wandelend langs de Ringvaart, waar de wind over het water strijkt en een visser bij de ophaalbrug zijn palingnetten zet. Hun huis is een voormalig clubgebouw, waarvan ze zelf een gezellige woning hebben gemaakt. Nee, niet zoals die van u en van ons. Want zit u thuis op een krukje, gemaakt van een olifantspoot? Offreert u uw gasten een sigaar uit een geprepareerde, uitgeholde Leeuwevoet en geeft u een asbak, gemaakt van een apeschedel . Hangen aan uw muur een gelooide struisvogelhuid als wandkleed en revolvers die filmacteurs uit Hollywood u cadeau hebben gedaan? Vermoedelijk niet. Maar wel bij de Kions. Hun huis herbergt schatten, die ze hebben meegebracht van tournees door verre landen. Zo wonen zij, te midden van herinneringen aan het drukke, afwisselende circusleven, dat steeds opnieuw tot rust komt in de landelijke stilte van Vijfhuizen.

Eén reactie op “De Kions kennen geen hoogtevrees.”

  1. A.Kemp says:

    Leuk verhaal,ik herinner mij nog dat ze aan de dijk woonden.ik zat op de Lagere School in Vijfhuizen en soms als ze oefenden aan de dijk gingen we wel eens kijken.
    Ik ben inmiddels bijna 70 en herinner mij er niet veel meer van,maar dit dus nog wel.
    In mijn herinnering hebben ze het ook wel met motorfietsen gedaan over het koord.

Reageer op dit bericht

Vul de anti spam som in: * Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.