Gesprek met Mw. Joke Dijkzeul, Zomervaart.

Opgetekend door Wijkraad Slachthuisbuurt, tijdens 100 jarig jubileum van het Slachthuis in 2007. Boerderij is gebouwd in 1870. De schoonvader van Mw. Dijkzeul is er geboren.

Er zit een “steen” in de muur aan de voorkant. Mw. komt zelf van oorsprong uit Schalkwijk, van de Schalkwijkerweg, van “Ankie’s Hoeve”. Op de Schalkwijkerweg in Schalkwijk, tegenover Ankie’s Hoeve was een cafeetje met een speeltuin van Dorland, daar stonden twee vrijgezelle dames in, die eigenlijk niet geschikt waren voor een café. Als het feest werd, gingen ze achter de tap weg. Het is een unieke plek, we zitten bij een boerderij, met een geit voor ons neus op het grasveld, er zijn nog kippen, we kijken op de Zomervaart en de Nagtzaambrug, dus midden in de stad en toch buiten. De kinderen van de familie Mentjox van de Zomervaart hielpen vaak met hooien.

Het land van de boerderij was waar nu het Reinaldapark, de schoonvader had land langs de voormalige Zomerweg, nu Prof. Donderslaan, en langs het Spijkerboorpad. Het land van Polegeest was ook van de fam. Dijkzeul, ze hebben dat met de aanleg van de Zuid Tangent geruild voor een ander stuk land. Vroeger gingen kinderen altijd slootje-springen, maar tegenwoordig kunnen kinderen dat niet meer, het komt ook niet bij ze op dat je het kán doen. Bij de familie van Mw. Dijkzeul vroeger waren 6 kinderen. Ze speelde vroeger altijd in een “tent”dat ze gingen trouwen, de meisjes deden een gordijntje om en warden “bruid”. Aan de Zomervaart werd ook door de kinderen veel in het weitje gespeeld.

De buren heetten, ook Dijkzeul, hij werd Flessen-Dijkzeul genoemd omdat ze sla-olie vanuit vaten in flessen overgoten, dop erop en dan weer verkopen. Ook daarbij hielpen kinderen. Flessen-Dijkzeul was verslingerd aan paarden en gokken, en heeft zijn hele kapitaal er door gejaagd. Naast elkaar woonden dus Boer Dijkzeul en Flessen-Dijkzeul. In het witte huisje even verderop aan de Zomervaart (Richting Spaarne) woonde de meneer de Winter met Mw. Verbruggen, het was vroeger een boerderijtje van Verbruggen van Schalkwijk. Daarachter stond een soort woonwagen, daarin woonde van Doorn, die achter in een schuur vis bakte. Het stikte er van de ratten, die gevangen werden en daarna halfdood de Zomervaart in werden gegooid. Er komt een foto Van het witte huisje tevoorschijn waar de dochter van Mw. Dijkzeul op staat, uit 1976. Het huisje werd in tweeën bewoond, ongelooflijk maar waar.

Op het Bullehofje woonde ook de Familie Mentjox, een grote familie, later woonden ze in een klein huisje op de Zomervaart, op het eerste stukje. De vrouw van dokter Naessens, kinderarts van de Mariastichting, had het in de oorlog voor elkaar gekregen dat de kindertjes in de Mariastichting die last van hun darmen hadden, verse boerenmelk kregen, dat werd gebracht door de schoonvader van Mw. Dijkzeul. De kinderen van Mentjox hadden de gewoonte om achter aan die wagen te gaan hangen. Moeder Mentjox riep de kinderen dan tot de orde. Enkele van de kinderen Mentjox woont nu nog in de buurt.

In het pand op de hoek van de Zomervaart was eerst een coöperatiewinkel, later een café, gerund door Leo en Irma Loogman. Mw. Loogman had flink de wind eronder, niemand haalde het in zijn hoofd om in het café rottigheid uit te halen. Ooit kwam er iemand dronken uit het café, scharrelde langs de muur en kwam terecht op de mestwagen, die op het lagergelegen weilandje naast de boerderij. Hij kwam daar weer uit maar wist niet meer waar hij was. De politie heeft de man ter ontnuchtering meegenomen. Er liep in de buurt ook altijd een man met een herdershond en een kaketoe op zijn schouder. Naast de boerderij was een opslag van zuurstofflessen van Aga. Daarboven woonde de familie Van Leeuwen, de man werkte bij de Aga.

Meneer Dijkzeul reed een schillenwijk en kinderen reden dan wel eens mee. Op een keer gingen de kinderen met rotte tomaten gooien naar auto’s. Eén automobilist nam dat niet en verkocht een van de kinderen een oplawaai. De ouders namen dat weer niet en hebben er werk van gemaakt. Er was ook een meisje, Grietje,  die een aapje had, het beestje zat altijd op haar schouder als ze naar haar werk ging. Op het gedeelte van de Zomervaart waar het witte huisje stond, en op het Bullehofje, waren de laatste tonnetjes van Haarlem in gebruik. De huisjes bij het witte huisje zijn in de jaren 70 gesloopt, ná 1974. Op de Zomervaart was van der Drift gerund door Groenewegen, schoonzoon van van der Drift, een snackbar en ijssalon, daarnaast een café van Hummels, dan Cor de Jager, sigarenwinkel, dan kapper Kruijf met een klein duits vrouwtje, Schous de fietsenwinkel, dan kapper ?, dan bakker Kuiper, daarvoor van Zwol. Verderop is een pakhuis, van van Takken, daarboven zat een behanger (van ’t Hout) die altijd zijn hondje meenam als hij ging behangen.

Op het stukje tussen de Patriarchstraat en de Vijfhuizerstraat woonde een echtpaar (Kors) die erg veel katten had. Ze konden het ook niet eens worden over naar welk programma er werd gekeken, en dat werd opgelost door twee televisies op elkaar te zetten. Zo kon hij naar de voetbal kijken, en zij naar haar eigen programma.

Als er een paard door de straat was gekomen en “iets”achter had gelaten, werd dat snel naar binnen gehaald, want dat was beste mest voor de tuin, vooral de rozen deden het er goed op. In de Vijfhuizerstraat zat een oud-ijzerboer,  meneer Michel. Het snoepwinkeltje werd gerund door Luttikhuizen, ze verkochten toen ook petroleum. De winkel heet de Bazar. Later zat daar Hein Steenkist met zijn tweedehands artikelen. De man van Mw. Dijkzeul had een schillenwijk in de Boerhaavewijk. In de Slachthuisbuurt liep Gerrit Hoenderdos met Mien. Zij had altijd een zakdoek op haar hoofd. Letty de Boer vertelt dat het paard van de schillenboer bij haar ouders de gang in wilde, hij kwam alvast zijn klontje halen. Hij werd tegengehouden door de breedte van de kar, anders was hij écht binnengekomen.

Het vee van de fam. Dijkzeul werd verkocht via Hangjas, die ook op de Zomervaart woonde. Hij kocht vooral kalveren en pinken (koeien die nog niet gekalfd hadden). Dan gingen ze lopend naar het Slachthuis. Vanuit de polder werden de dieren ook lopend naar het Slachthuis gebracht. De schoonvader van Mw. Dijkzeul heeft nog aan de overkant van de Zomervaart weiland gehad, daar zat hij te melken. De huizen in de Van Keulenstraat zijn afgebouwd 86 jaar geleden, de huizen naast de boerderij zijn in de jaren 20 gebouwd. Bij de Gouwwetering stond een molen, de Rooie Molen. De boot die met de dieren aan kwam bij de Slachthuisstraat, was van Stam. Aam de overkant van de Prins Bernhardlaan was een boerderij van Vrolijk met 4 jongens en 2 meisjes, aan de overkant van de Theresiaschool was een boerderij van Daanen en van Verhoef.  Een van de meisjes Vrolijk is getrouwd met een van Verhoef. Er was ook een boerderij van Petri aan de Zomervaart. Vroeger ging de familie van Joke Dijkzeul met een paard en wagen vanuit Schalkwijk door de Slachthuisstraat, langs de Zomervaart en via de Zomerweg weer de polder in waar ze land hadden.

Een einde richting Vijfhuizen was links een boerderij, en daar tegen over heeft een zoon een nieuwe boerderij gebouwd, maar voor die klaar was, ging de verkering uit. Het huis was van buiten af, maar binnenin is er nooit meer iets aan gedaan, daar stonden in de winter de dieren in. Voor menige Slachthuisbuurter was dat “het Spookhuis” waar volgens de verhalen een moord was gepleegd. Dat is dus niet waar. Voor aan de wagen hingen een rode en een witte lantaarn, en na een poosje wenden je ogen aan het donker en dan zag je nog best veel. In het donker schrok je wel eens als er een stel eenden vlak voor je opvlogen. Met mist was het enger en gevaarlijker. Toen de Allereerste Schipholweg nog niet officieel geopend was, is de broer van Mw. Dijkzeul er met een vracht hooi over gereden. De agent, die het verkeer stond te regelen zei dat de weg nog niet open was, en de broer antwoordde: Nou, ik ben er niet doorgezakt”!

Achter de keukenstudio van Piet Scheffer was een huisje en daar woonde Bakker Balk.

2 Reacties op “Gesprek met Mw. Joke Dijkzeul, Zomervaart.”

  1. Netty Kuin-Keesom says:

    Mijn moeder heeft gewerkt bij een van de families Dijkzeul aan de zomervaart en mijn vader woonde Zomervaart 20 A in 1938 en zo is het gekomen. Ben benieuwd of de boerderijen er nog zijn en om welke nummers het gaat

  2. Erik Dijkstra says:

    n dit artikel wordt een familie Van Leeuwen genoemd, wonende aan de Zomervaart 120R. Ik ben op zoek naar een Johannes van Leeuwen die hier heeft gewoond en goed piano kon spelen. Hij zat samen met mijn opa in een strafkamp in Drenthe in 1944. Graag zou ik meer willen weten over deze Johannes van Leeuwen. Ze hebben tot in de jaren 80 op dit adres gewoond.

Reageer op dit bericht

Vul de anti spam som in: * Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.