In 1960 werd ‘haze en konijnevel’ nog zonder ‘n’ geschreven omdat het van één haas of één konijn kon zijn (geweest). Dat leerden we op de Thielschool in de Noormannenstraat.
Ik was tien en zat in klas vijf bij mevrouw Hollander, de laatste juf die nog met de aanwijsstok sloeg. Ook op tafel, om je bij de les te houden. Rond de kerst reed er in die tijd altijd een man met een bakfiets door de buurt, die niets anders riep dan ‘ Hazuuu en konijnuuuvelluuuu`. Onophoudelijk. Ik heb hem nooit zien stoppen, alleen fietsen en schreeuwen. Er lagen gevulde jutezakken op zijn bak. Als jongetje vroeg ik me vaak af wie er in godsnaam een konijnenvel van zo’n man zou willen kopen en waar je dat dan voor nodig had. Veel later hoorde ik van mijn vader dat die man ze niet verkocht maar ophaalde. Hij kocht ze van mensen wier konijn de kerst niet gehaald had. Hij vertelde me ook dat dit tot ver na de oorlog de normaalste zaak van de wereld was geweest. In het voorjaar kochten veel mensen jonge kippen en konijnen die met de kerst waren voorbestemd voor een vredig maal. Er waren twee manieren om dit kerstmaal van het leven te beroven. Je deed het zelf in je schuurtje of je liet het op het slachthuis doen. Omdat mijn vader op het slachthuis werkte en ons gezin daar een dienstwoning had, kon ik er vrij rondlopen met de smoes dat ik naar mijn vader moest om hem iets te zeggen. Daardoor wist ik dat de tuinman van het slachthuis, voor mij oom Dorus, dit klusje op zich genomen had. Vanaf een week voor de kerst deed hij niets anders dan konijnen en kippen slachten. Iedere dag kwamen er mensen langs met een bewegende jutezak. Zij meldden zich bij het portiershokje met de vraag of hun kerstmaal kon worden geslacht. Oom Dorus haalde deze levende zakken op en bracht ze tien minuten later weer terug. Oom Dorus onbewogen en de zakken bewegingloos. De vellen mocht hij houden. Waarschijnlijk eindigden die in zo’n jutezak op de handkar van die schreeuwende man. Jutezak is nog altijd zonder n. En dat terwijl wij van juf leerden dat alle metalen en stoffen op een n eindigen. Het blijft lastig.